Als je vis- of vlees gaat roken is het belangrijk dat de buitenkant goed droog is. Een stelregel is dat het plakkerig aan moet voelen. Is dat namelijk niet het geval, dan vermengt de rook zich met het vocht, waardoor niet alleen de smaak minder wordt, maar het er ook veel minder smakelijk uitziet. Neem voldoende tijd om je vis of vlees te drogen, de kans is nog altijd groter dat het te vochtig is, dan te droog.

Om te beginnen dep je de te roken producten droog met een doek of keukenpapier.

Er zijn een aantal manieren om te drogen:

  • Op een rooster in de koelkast tussen een paar lagen keukenpapier
  • Hangend in een warme rookkast tussen de 50-75 graden (natuurlijk niet als je gaat koudroken) maar zorg dat het vocht goed weg kan.
  • In de buitenlucht met een beetje wind droogt je vis of vlees ook lekker. Uiteraard moet je rekening houden met temperatuur, zon, en luchtvochtigheid. In het najaar met veel vocht in de lucht is dit niet raadzaam.
  • Tot slot met een huis-tuin-en keuken ventilator. Zo ééntje waar je volgens Piet Geelhoed uit Zeeland over strompelt op rommelmarkten. Hij hangt zijn vis boven een kunststof bak, en richt daar een ventilator op. Dat werkt als een speer!

Dankjewel Piet.