Al een tijdje stond het roken van sprot op mijn lijstje. Dat komt vooral omdat die bosjes bij elkaar gebonden sprotjes er zo leuk uitzien. Omdat ik ze nooit eerder heb gerookt, was ik natuurlijk nieuwsgierig naar het resultaat. Sprot kun je zowel koud- als warmroken, dit keer koos ik voor warmgerookt. Eerst maar eens opzoek naar hoe ik het beste te werk kunt gaan. Op internet kom je niet zoveel recepten tegen voor het roken van sprot, maar gelukkig staat het boek ‘Rooktechnieken’ in de boekenkast. Daarin staat een kort en bondig recept voor 4 personen.

Wat ben je nodig:

  • Verse schoongemaakte sprot van 10-15 cm lang
  • Pekelbad van 7% (dus 70 gr. per liter water)
  • Rookkast (elektrisch) met roosters of rookspeten
  • Beukenmot

Meng water en zout voor het pekelbad in een emmer of plastic bad. Leg de schoongemaakte sprot erin en pekel ze op een koele plaats 1-1,5 uur. Spoel de sprot grondig af onder koud stromend water. Laat de vissen op een rooster goed drogen, en rijg ze daarna aan de rookspeten. Strooi het beukenmot gelijkmatig over de bodem van de rookoven (of in het rookmotbakje), laag moet ongeveer 0,5 cm dik zijn. Zet de lekschaal erin. Hang de rookspeten in de rookkast, of schuif anders de rekjes met sprotjes in de rookkast. Stel de temperatuur in op 60-70 ℃ en rook de vissen in 40 min. gaar. Rook de sprotjes daarna nog 30 min. bij 80 ℃, tot ze een goudgele kleur hebben. Sprotjes eet je bv met roggebrood en roomboter, je kunt ze ook gebruiken in verschillende salades, of bekijk deze twee recepten van Dagelijkse Kost.